Q-koortsgedupeerden dagen de overheid voor de rechter

Nijmegen 2 november 2015

 

De Nijmeegse advocaten Ivo Sindram en Luc Rohof laten vandaag de dagvaarding aan de minister uitreiken. Daarmee starten zij namens een kleine 300 Q- koortsslachtoffers een procedure tegen de Staat, om vastgesteld te krijgen dat de Staat aansprakelijk is voor hun schade. Ondanks vele onderzoeken van de Commissie van Dijk en de Ombudsman, de niets verhullende en bekroonde rapportages van o.a. Nieuwsuur en Zembla en de informatie die daarna nog boven tafel is gekomen, heeft de minister geen aanleiding gezien om de Q-koortsgedupeerden schadeloos te stellen. Nu de minister op 15 oktober heeft laten weten dat zij het laatste bemiddelingsvoorstel van de voorzitter van Q-uestion afwijst, hebben de Q-koortsgedupeerden geen andere keuze dan de rechter om een oordeel te vragen.

 

De Q-koortsslachtoffers stellen de Staat aansprakelijk voor hun schade. Zij verwijten de Staat dat hij tijdens de Q-koortsepidemie ernstig tekort is geschoten in zijn plicht de burgers te informeren en maatregelen te treffen om hen te beschermen tegen het dreigende en ernstige gevaar van Q-koorts. Door het geheim houden van de infectiebronnen en door het jarenlang uitblijven van maatregelen kon de Q-koorts uitbraak uitgroeien tot een epidemie van ongekende omvang, met alle gevolgen van dien. Eisers stellen dat de Staat jegens hen onrechtmatig heeft gehandeld en daarom aansprakelijk is voor hun schade.

 

Bij de onderbouwing van hun stellingen maken wij namens eisers gebruik van de rapporten van de Commissie Van Dijk en van de Nationale ombudsman en van diverse bronnen uit de media en de wetenschap. De dagvaarding gaat uitvoerig in op de verschillende maatregelen die de Staat al in veel vroeger stadium had moeten treffen om de ziekte een halt toe te roepen. Het verweer van de Staat dat het gevaar van Q-koorts niet bekend zou zijn en dat de Staat voldoende maatregelen zou hebben getroffen, wordt gemotiveerd weerlegd. De dagvaarding gaat bijvoorbeeld in op de grote rol die het gemis aan informatie, het uitrijden van besmette mest en het vervoer van dieren heeft gespeeld bij de explosieve groei van de epidemie en de verspreiding van de ziekte over grote delen van het land. Een verbod op het uitrijden van mest in een vroeg stadium van de epidemie en een vervoersverbod hadden veel ellende voorkomen, zo wordt gesteld. In plaats daarvan heeft de Staat de burgers bewust onwetend gehouden en heeft hij de noodzakelijke maatregelen eindeloos uitgesteld. De Staat heeft daarmee in strijd gehandeld met verschillende grondrechten van eisers en met Europees rechtelijke verplichtingen. Dat is onrechtmatig. Pogingen om te komen tot een minnelijke regeling met de Staat zijn op niets uitgelopen. Bij brief van 15 oktober 2015 aan Stichting

Q-uestion verwerpt het ministerie van VWS de mogelijkheid van een schikking. Eisers rest daardoor nog slechts de mogelijkheid de Staat in rechte te betrekken. Zij verzoeken de rechter te beslissen dat de Staat aansprakelijk is voor hun schade.

 

 

 

Reacties gesloten.