Het einde van dit jaar, 2019, is in zicht. Met zijn allen hebben we er weer een jaar opzitten. Velen hadden dit jaar hun tien jarig Q-koorts bestaan. Anderen zijn wellicht net bekend met Q-koorts of zijn al veel langer besmet en ziek. Of het een maand is of jaren, de vragen blijven. Q-uestions.
Zaterdag 23 november 2019 was er een bijeenkomst in Schijndel met als thema ‘medische ontwikkelingen Q-koorts’.
Vooraf konden er vragen ingestuurd worden. Wat zijn we met zijn allen naarstig op zoek naar antwoorden. Vooral op de vraag of we ooit beter worden maar ook op de vraag of er wellicht ooit onderzoek komt. Los van het hilarische moment dat Alfons als een stadsomroeper de meterslange vragenlijst liet vallen, viel op hoeveel medische kennis er onder de patiënten zelf is.
Eens in de zoveel tijd lukt het mij om ook aanwezig te zijn in Schijndel. Dit vergt een hele organisatie vooraf. Welke afspraken heb ik ervoor en erna, wie rijdt er mee, kan er überhaupt iemand meerijden? Wil degene die meerijdt deze middag mee uitzitten? Want laten we eerlijk zijn, velen zijn bij ons betrokken maar lang niet iedereen. Kan ik het volhouden deze middag? Ik besloot de gok te wagen.
De paar keer dat ik naar een bijeenkomst ben geweest word ik toch telkens weer emotioneel als ik binnenkom. “Deze mensen hebben hetzelfde als ik”, denk ik dan. Zoveel mensen, allemaal ziek en vaak niemand die het ziet. Hoe wrang het ook klinkt, het voelt fijn om tussen gelijken te zijn.
De ziekte is niet altijd zichtbaar maar ook zeker de gevolgen van Q-koorts zijn net zo onzichtbaar.
Tijdens de presentatie word mij ook weer snel duidelijk hoeveel emotie er is. Het is overweldigend om het verdriet van mijn mede Q-genoten te voelen. Maar bij de bijeenkomst mag het er gewoon zijn. In alle glorie.
Tijdens de pauze spreekt een heer op leeftijd mij aan. “Jij ook?”, zegt hij. “Ja, ik ook”, antwoord ik kort. “Ik zie het”, zegt hij, “de vermoeidheid bedoel ik, in je gezicht, wij zien het aan elkaar.”
Ik knik.
“Ja”, antwoord ik wat later. “U heeft gelijk, mede Q-koorts patiënten zien hèt maar stel dat er nu een vreemde hier naar binnen loopt en we zouden die persoon vragen wat voor een bijeenkomst hij of zij denkt dat dit is, die zou toch nooit kunnen vermoeden dat dit allemaal ernstig zieke mensen zijn? En misschien is dat maar goed ook. Als mensen tegen mij zeggen dat ze niks van Q-koorts weten zeg ik altijd: “Gelukkig maar, wees maar blij dat je niet weet wat het is.”
De heer schaterlacht. ”JA”, roept hij uit, ”zo heb ik het nog nooit bekeken! Die moet ik onthouden.”
Nagrinnikend schuifelen we weer de zaal in. Op zoek naar de antwoorden op de Q-uestions…